afb. Cor Mulder, 1 juni 1996
Je kunt met jong genoeg met sport beginnen om later op topniveau te kunnen presteren. Dat geldt met voor iedereen, ook niet voor de op 7 juli 1970 geboren Astrid van Koert. Tot en met de middelbare school kan sportief bezig zijn haar nauwelijks bekoren. Het vonkje slaat pas over wanneer ze in Tilburg studeert. Op haar studentenflat aan de Winkler Prinsstraat lopen twee jongens rond, die wel iets hebben met roeien. De uitnodiging om eens een keer mee te gaan accepteert Astrid. Bij Vidar valt ze meteen in de smaak. "Die konden nog best wat grote, stevige dames gebruiken. De lengte is immers belangrijk. Ik ging in de boot zitten en dat beviel meteen goed. Gezellig zo met zijn achten." We schrijven dan nog 1990; zes jaar later maakt Van Koert deel uit van de Vrouwen Acht in Atlanta. | 94 |
Als dochter van import-Bosschenaren (vader komt uit Amsterdam; moeder uit Nieuwkoop) groeit Astrid van Koert op in de Kruiskamp. Eerst drie jaar aan het Beatrixpark; daarna tot haar studententijd aan de Dammenlaan. Via Paus Johannesschool en Stedelijk Gymnasium haalt ze het Atheneum-diploma op het Sint-Janslyceum. Wat ze daarna moet gaan doen weet ze dan eigenlijk nog niet zo goed. "Het werd een studie vrijetijdswetenschappen in Tilburg. Met die opleiding, waarbij ik koos voor marketing en management, had je uitzicht op een baan bij bedrijven zoals De Efteling en Center Parcs, maar ook bij gemeenten. De opleiding duurde officieel vier jaar; ik heb er zes jaar over gedaan." De combinatie van studie en sport kost dus tijd. Zeker wanneer je, zoals Van Koert, ook helemaal voor de sport wilt gaan. Zes keer trainen in de week is normaal. Ze bereikt daar in ieder geval mee dat ze zowel nationaal als internationaal op de roeibaan meetelt. In 1995 verhuist ze naar Amsterdam, omdat een baan daar haar wel aanstaat: de Bosbaan. "Officieel was ik werkeloos; met een uitkering en roeien ging ik ook niet op zoek naar werk. Anderhalf jaar lang trainden we zestien keer in de week. Ik zat eerst in de Skiff, later in de Acht met stuurvrouw. We hadden daarbij maar één doel voor ogen: met de Vrouwen Acht goud halen op de Spelen. Aanvankelijk zat ik nog als reserve in de ploeg, maar met de komst van de Poolse coach Kris Korzeniowski hadden we een vrij open selectie. Met jaarlijks een ergometertest. Vanaf het WK in 1995 is er binnen de Acht flink heen en weer geschoven." De definitieve selectie voor Atlanta wordt pas laat bekend gemaakt. Pas eind mei is Korzeniowski eruit. "Je zag het wel aankomen, maar we zaten daar met zijn twaalven. Vier moesten er dus afvallen. Hij begon met de namen voor te lezen volgens de volgorde in de boot. Mijn naam viel als laatste; dan slaatje hart wel even over. Ik moest nog wel even omschakelen voor we naar Atlanta gingen. Ik was een bakboordroeister en moest naar stuurboord." Met de overtuiging dat goud haalbaar is vertrekt de équipe naar de Verenigde Staten. Eerst voor een trainingskamp bij Princeton University in New Jersey; daarna reist het gezelschap door naar Lake Lanier (eigenlijk Chattahochee River) bij Gainesville. Daar op ruim 80 kilometer van Atlanta worden immers de roeiwedstrijden gehouden. Van Koert heeft tijdens de Spelen nog een lucratief bijbaantje. Samen met volleyballer Bas van de Goor uit Oss, badmintonner Ron Michels uit Tilburg en de Bossche hockeyster Jacqueline Toxopeus doet ze voor het Brabants Dagblad in estafette-vorm verslag van de ervaringen. "Hoe we aan dat baantje gekomen zijn, weet ik niet meer. Maar het was wel leuk om te doen." Het roeien zelf blijft natuurlijk de hoofdzaak. "In de eliminaties ging het niet best, maar via de herkansing plaatsten we ons toch voor de finale. De Roemeense ploeg won; wij werden slechts zesde. Dat resultaat viel echt tegen. Waar het aan lag is achteraf gemakkelijker te zeggen dan tijdens de wedstrijden. In ieder geval was het een kwestie van niet pieken op het juiste moment. Misschien ook de late selectie en de te korte voor- | 95 |
bereidingsperiode. Misschien de hernia van onze coach, waardoor we met een andere coach weer even anders moesten trainen. Hoe dan ook; het had in ieder geval allemaal beter gekund." Onder de kop 'Teleurgesteld' schrijft ze ook haar laatste stukje voor het Brabants Dagblad. Daarin onder meer: 'De receptie die 's middags in het hotel voor de medaillewinnaars werd gegeven, wilde ik eigenlijk helemaal niet meemaken. Alle meegereisde ouders, familie en vrienden kwamen hier natuurlijk wel naartoe, dus je moest toch. De steun die je dan krijgt is echt enorm. Zoals alleen ouders dat kunnen, zijn ze trots op je. Je hebt toch die olympische finale gevaren, wat een prestatie op zich is.' Met de andere Bossche roeister Laurien Vermulst, die op Spelen voor de tweede keer van de partij is, heeft ze weinig contact. 'Maar natuurlijk was zij op dezelfde trainingskampen als ik en trainde ze verder ook op de Bosbaan in Amsterdam. Ze roeide in de lichte klasse en met twee riemen (scullen), dus qua roeien hadden we niet veel met elkaar te maken." Na de roeiwedstrijden, waarin de mannen van de Holland Acht wel goud halen, verruilt het gezelschap het hotel aan het meer voor het Olympisch Dorp. Daar horen ze ook pas van de bomaanslag op 27 juli in het Centennial Olympic Park. "Ik heb in Los Angeles nog een aantal leuke wedstrijden gezien, waaronder de gouden finale van de volleyballers. Ben unieke ervaring, die Olympische Spelen." Terug in Nederland gaat het gewone leven verder. Ze doet wat werk via uitzendbureau's en keert terug naar Tilburg. Ze gaat coachen bij haar oude club Vidar en geld verdienen bij Interpolis op de afdeling incasso. In 1999 besluit ze in Amsterdam fysiotherapie te gaan studeren, maar blijft wel in Tilburg wonen. Samen met Rogier van Kooten, uit Enschede afkomstig maar wel bestuurslid van Vidar. In datzelfde jaar trouwt het stel. Via een tussenstop op de Maaspoort verhuist het paar naar Vught en krijgt daar een zoon en een dochter. Het huis aan de Molhuysenstraat wordt te klein en in 2007 betrekken ze een nieuw huis in Berlicum. "We hopen nog ooit in de binnenstad van Den Bosch te kunnen gaan wonen. Bijvoorbeeld op het oude terrein van het Groot Ziekengasthuis wanneer ze daar iets moois neer gaan zetten. Dat zal nog wel even duren; het is voor ons ook maar een idee voor wanneer de kinderen de deur uit zijn." | 96 |
2012 |
Henk Mees en Piet LauwenAstrid van Koert : Van bakboord naar stuurboordOlympische sporen in 's-Hertogenbosch (2012) 94-96 |